Vertrek uit Serengeti en richting Ngorongoro

Vandaag is Natasja jarig dus in alle stilte verzamelt de groep zich al voor 6 uur bij haar tent met potten en pannen, worden er wat slingers opgehangen en beginnen we te zingen. De totaal verraste Natasja komt slaperig uit haar tent om te kijken wat er aan de hand is. Na het zingen en het ontbijt verlaten we rond kwart voor 8 de campsite en om 9 uur zijn we bij de rand van het Serengeti national park.

Het is hier inmiddels al een stuk kaler, er zijn nog nauwelijks bomen of struiken te vinden. Het is een grote stoffige vlakte met pollen vergeeld gras. Het aantal dieren is in dit deel ook veel minder. De reden waarom er zo weinig bomen groeien in het park en nog minder in dit stuk erbuiten is dat de aardkorst hier ooit zo versleten was dat er alleen nog harde rots zichtbaar was. Daar is een paar miljoen jaar geleden door uitbarstingen van 5 vulkanen (waaronder die van de Ngorongoro) een relatief dun laagje vruchtbare grond overheen gekomen, niet dik genoeg voor bomen. Overal in deze vlakte zie je “kopjes”, dat zijn rotspunten die zich nog boven de vruchtbare laag hebben gehandhaafd, en op deze plekken zie je vaak wel wat bomen omdat de harde onderlaag daar vaak gespleten is.

In het stuk tussen het park en de Ngorongoro wonen veel Masai in kleine dorpjes in huisjes die Manyatta’s heten en van klei, stokken en restmaterialen gemaakt zijn. We zouden eigenlijk niet stoppen omdat het niet in het schema past en omdat het blijkbaar zo vercommercialiseert is dat Sawadee het eigenlijk afraadt. De Masai vragen overal geldt voor, je mag ze niet eens meer fotograferen zonder eerst af te rekenen. Maar omdat we toch wat tijd overhebben en een paar mensen toch graag willen stoppen we bij een Masai dorpje. De liefhebbers moeten hier 10 euro afrekenen om even door het dorpje te mogen lopen. De rest moet bij de bus blijven en mag zeker geen foto’s nemen of überhaupt maar met een fototoestel uit de bus of bij een raam in de bus zitten. Margriet, Gonnie, Hennie en Corrie gaan het dorpje in, de rest blijft in de bus want erbuiten wordt je gezandstraald (wat ook niet best is voor je camera).

Na dit bezoek rijden we verder richting de Ngorongoro. We rijden langs de bergwand omhoog waarbij we veel stof produceren. Door de lage snelheid komt dit af en toe ook in wolken de bus in. Rond een uur of 2 komen we aan bij de rand van de Ngorongoro krater op 2250 meter hoogte. Hier gaan we een paar foto’s maken en lunchen. Die lunch eten veel mensen maar in de bus want ook hier waait het vreselijk hard en is het stoffig. Het uitzicht op de krater is wel prachtig, met een wit zoutmeer in het midden en een soort wolk die erboven hangt. Het ziet er echter wel kaal en leeg uit, ik had het groener verwacht (en ik was niet de enige).

Na de lunch rijden we door, nog iets verder omhoog (hoogste punt dat we bereiken is 2454 meter) en even later het Ngorongoro park uit. Nog voor 5 uur zijn we in het hotel, Ngorongoro Camp and Lodge in Karatu. Een aardig hotel, niet heel bijzonder, maar hemels na dagen in een tent. In de avond vieren we Natasja’s verjaardag met een paar kleine kadootjes en onze reisleidster had zelfs vooruit gebeld en een taart laten bakken. We nemen ook afscheid van de chauffeur en de kok die morgenochtend terugrijden naar Nairobi. De rest van de reis vervolgen we met kleine busjes.

Route van vandaag

 

Foto’s van deze dag